Welkom

WELKOM op mijn blog.

Ik hoop dat je met veel plezier zult volgen wat er zoal rondom THE5OAKS te beleven valt.


Over de bewoners: HARRY , maatje van Yvon, opa van Nanne en Noud en YVON, (alweer bijna 20 jaar onafscheidelijk) maatje van Harry, moeder van Robbert en Yvonne, oma van Nanne en Noud. Over Jonze labradorvriend Binq, die alweer 2 jaar ons leven deelt. Over de andere dieren die er waren staan nog veel leuke verhaaltjes te lezen.

Ik schrijf over onze belevenissen, de verbouwing, de leuke en minder leuke dingen die op ons dagelijks pad komen. Over dat het heerlijk wonen is op het Overijsselse platteland.

En natuurlijk maak je me heel erg blij met je reactie!

Groetjes Yvon

Technieken




Zijdeschilderen met krijtjes
Er is een boekje van Sabine Tichy-Gibley dat dit als onderwerp heeft. een leuk boekje waarin precies de techniek en de mogelijkeheid van werken met krijt op zijde wordt uitgelegd. Ook zitten er een aantal patronen in die je kunt gebruiken. ISBN: 90-243-4677-0

Zijdekrijtjes

Zijdekrijtjes zijn waskrijtjes, die een heel speciaal effect geven op zijde.
Je kunt ze op verschillende manieren gebruiken.

1. Als afbakeningsmiddel (Gutta).
Zet voorzichtig de lijnen op de stof.
Denk eraan dat het zijdekrijtje een vrij zacht material is en bij druk gauw kan breken.
Teken uit de vrije hand.
Door het werk te fohnen, zal het krijt smelten en in de stof dringen en zo worden gefixeerd.
Daarna kan je met verf de vlakken invullen en al of niet de krijtlijnen gebruiken als “begrenzer” .

2. Zijdekrijt is ook heel goed te gebruiken om mee te “rubben”.
Dat wil zeggen dat je onder de zijde iets legt om er daarna voorzichtig met het krijt overheen te gaan.
Denk bijvoorbeeld eens aan een kanten strook van een vitrage, of geribbeld karton.
Ook heel mooi kan het “rubben” van bladeren zijn.
Druivenbladeren en eikenbladeren lenen zich er uitstekend voor. Andere takjes en sprietjes uit de natuur nodigen uit tot experimenteren.

Steeds weer, na het werken met krijt, de fohn gebruiken om de was te doen smelten in de stof.
Hoeft maar 30 seconden, maar wel heel consequent elke lijn van het waskrijt.

3. Gebruik het krijt ook eens om mee te chabloneren.
Span de zijde goed op een raam.
Zet het chabloon met schilders-tape op de zijde vast.
Wrijf het krijtje zachtjes op een stukje bakpapier, zodat er een rullige streepje waskrijt opligt.
Neem, met een chabloneer penseel (haren aan de bovenkant zijn allemaal van gelijke lengte), een beetje waskrijt van het bakpapier en veeg van buiten-naar-binnen over het chabloon, zodat er heel subtiel een zachte gloed van krijt op de zijde komt.
Het is de bedoeling, dat er “laag-over-laag” wordt opgebouwd. Dus in het begin vooral niet te veel krijt aan de haren van je penseel.
Het vereist geduld om deze techniek goed te doen.


Tip: probeer ook eens kleuren te mengen op de zijde, door verschillende kleuren over elkaar te gebruiken.
Of twee kleuren al reeds op de haren van de penseel te nemen.

Het werk altijd fohnen en daarna aan de achterkant met een strijkbout fixeren.
Leg er even een oud katoenen lapje onder, zodat bij te veel krijt, de strijkbout, noch de strijkplank de kleuren niet ongewild verdelen.




RAGTIME

Een ragtime staat op de verlanglijst van best wel veel quiltsters.... Maar hoe maak je die. Allereerst de stofkeuze: flannel of een weefstof. In ieder geval een stof die lekker "rafelt". Verder. De stof eerst wassen omdat flannel de gewoonte heeft flink te krimpen. Als je dat niet doet krijgt je quilt na het wassen een "oude" uitstraling. De vulling. Zelf gebruik ik oude flanellen lakens en alleen daarom moet je de andere stof voorwassen want oude lakens zijn al gekrompen.
Allereerst maak je voor je zelf de keuze hoe groot de blokken moeten worden. Een blok van 25x25 cm excl. naadtoeslag wordt incl. naadtoeslag 28 x 28 omdat je een naadtoeslag neemt van 1,5 cm.
De lay-out van voor en achterkant moet een beetje goed passen. Een gemakkelijke manier om problemen te voorkomen is om eenblok aan de voor en achterkant van dezelfde stof te maken (kleur/patroon). Dan krijg je twee dezelfde kanten. Maar je kunt ook de achterkant van een soort/kleur maken. Zo voorkom je dat bij eventuele fouten de achterkant er rommelig uit komt te zien.
Als je de blokken op de onderstaande manier allemaal hebt gemaakt dan ga je ze rij voor rij aan elkaar zetten. Elke rij knip je de naad tussen de blokken vast in. Anders moet je op het eind ales nog inknippen en dat is een pijnlijk en saai werkje.
Daarna de rijen aan elkaar. KIJK uit dat als je de quilt te groot maakt hij niet in de wasmachine en/of drogeer past. Dan moet je het in twee keer doen.
Als de quilt in elkaar zit  op 1,5 cm twee keer rondom nog een keer stikken... Anders rafelt de zijkant te veel in de was
Quilt in de wasmachine (30 graden, zonder zeep). Daarna in de droger en je ragtime is klaar.
 


1 opmerking:

Auckje zei

Dolgraag had ik de foto's willen zien van de vliegende gansen. Bij geen van je weergaven staat een foto, dus blanco. Jammer, jammer want een techniek verhaaltje is altijd leuk. Groet, Auckje van der Leij