Je weet maar nooit waar het nog goed voor is.........
Dat is een uitspraak van mijn moeder... En elk jaar rond 4 en 5 mei komen de verhalen weer boven die mij als kind zijn verteld.
Ik heb veel verhalen gehoord over die kapsalon want die was in Scheveningen en iedere zaterdagavond stond mijn opa tot bijna middernacht achter de scheerstoel.
Alle vissers die 's zaterdags weer de haven binnen waren gelopen kwamen zich dan voor de zondag bij mijn opa laten scheren en knippen. Elke vaste klant had zijn eigen scheermes, scheerkwast en scheerkom. Die werden opgeborgen in een zgn "pottenkast". Op de foto hierboven is een stuk van het interieur van de kapperszaak te zien.Met achter mijn opa (als jonge man) de pottenkast . En daar, in Scheveningen is mijn vader geboren.
Er was daar ook een afdeling waar mensen met tuberculose werden verpleegd en zo heeft ze mijn vader leren kennen. Een van zijn vrienden lag daar namelijk... Pas jaren later zijn ze elkaar weer tegen gekomen. De verloving van mijn vader was inmiddels beeindigd en de verloofde van mijn moeder was overleden....
En toen sloeg de vonk over tussen mijn vader en mijn moeder. En in december 1939 zijn ze getrouwd. Het was mobilisatie.
Ze gingen wonen in Scheveningenaan de boulevard. Helaas heeft die droom maar heel kort geduurd. Toen brak de oorlog uit. Mijn vader vocht bij Rotterdam. Is beschoten en heeft het gelukkig wel overleefd die eerste tien dagen van de oorlog.
In de zomer van 1945 moesten ze hun huis uit omdat het sperrgebied werd. Zij werden geevacueerd. Net als mijn opa en oma. Weg kapperzaak, weg mooi huis.... Mijn opa en oma verhuisden naar Wassenaar en mijn ouders kwamen in Haarlem terecht..... De droom was voorbij. Een leven vol angst was begonnen.
Toch, door de ontberingen en slechte voeding kreeg mijn moeder niervergiftiging en in februari 1944 werd mijn zus geboren.
Toen kort daarna is mijn vader opgepakt en hij eindigde in een kamp in Duitsland. Mijn moeder stond er alleen voor. En de hongerwinter stond nog voor de deur. Dat ze deze tijd is doorgekomen is een wonder en dat mijn zusje deze tijd is doorgekomen ook. Ze leefden van tulpebollen en soms een suikerbiet. Brandstof was er niet. Er was een rattenplaag....... Toen brak het voorjaar van 1945 aan... er gloorde hoop dat de oorlog eindelijk ten einde zou komen. Mijn moeder wist niet of mijn vader nog in leven was. Toen vlak na de kapitulatie van de Duiters kreeg zij bericht van het Rode Kruis dat mijn vader leefde en dat ze hem in Amsterdam kon komen ophalen. Van de laatste voedselbonnen heeft ze meel gekocht, een paar pannekoeken voor mijn vader gebakken, zonder melk en zonder eieren maar toch, pannekoeken. Op een fiets zonder banden is ze van Haarlem naar Amsterdam gefiets. De baby bij de bovenburen achterlatend.
In Amsterdam heeft ze mijn vader niet kunnen vinden en diep bedroeft moest ze het hele eind weer terug fietsen. Ze is de trap opgestrompeld naar de bovenburen. Kwam huilend de kamer in om te vertellen dat ze mijn vader niet heeft kunnen vinden. En toen zag ze hem zitten, bij het raam. Dodelijk vermagerd. Hij had met een Canadese auto mee kunnen rijden die hem thuis had gebracht.
Over de ontberingen in het kamp heeft mijn vader niet veel willen vertellen. Wel dat hij gevlucht was, zijn vrienden waren doodgeschoten tijdens die vlucht en dat hij drie maanden in een Duits klooster ondergedoken heeft gezeten waar ze hem liefdevol hebben verzorgd en verborgen hebben gehouden. Er zijn zoveel verhalen die ik heb gehoord als kind..... Verhalen over ontberingen, schaarste, honger, angst, heel veel angst.....
Wat mij ook is ingeprent is dat als er schaarste is, je alles kunt gebruiken. Dat je nooit iets moet weggooien want in tijden van nood kun je alles ruilen voor eten Dat is de redding van mijn moeder en mijn zus geweest. Alle linnengoed, mooi servies, meubelstukken, alles is geruild voor eten...Dus nooit iets weggooien wat nog goed is want.....
je weet maar nooit waar het nog goed voor is.!!!!!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten