Noaberschop (Twents) of naoberschap (Achterhoeks en Drents) (Nederlands: nabuurschap) zijn de gezamenlijke noabers (buren) in een kleine sociale, (overwegend agrarische) gemeenschap. Binnen de noaberschap geldt de noaberplicht. Dit houdt in een verplichting, de noabers (in een ruime zin des woords) bij te staan in raad en daad indien dat nodig is.
Vanouds was het een heel ruime en intensieve vorm van burenhulp, die onontbeerlijk was voor de bewoners van boerderijen en in dorpen die niet kunnen rekenen op goede openbare voorzieningen. Het is vooral een begrip dat bekend is in de Achterhoek, Twente en andere delen van Overijssel, in Drenthe, maar is evenzeer in het westen van Duitsland te vinden (Grafschaft Bentheim en omgeving).
Plaatselijk wordt voor "noaberschap" ook het woord "noawas" gebruikt. Het woord "noawas" kan ook worden gebruikt om iemands hoedanigheid als "noaber" aan te duiden. Iemand kan dus noawas (niet "een naowas") zijn.
Daarnaast heb je ook vaak de noaste noaber of noaste noawas, ook wel de eerste noaber. Dat is doorgaans de meest nabije buur. Dit is meestal diegene aan wiens kant jouw voordeur zit. Deze noaste noaber heeft een nog sterkere noaberplicht. Deze buur verzorgt jouw planten, post en soms zelfs je huisdieren als je op vakantie bent. Ook ondersteunt hij of zij in kleine zaken bij ziekte en bij overlijden en verzorgt of regelt hij uit naam van alle noabers voor een fruitmand, rouwkrans, ooievaar, Abraham, Sara, huwelijksboog of meiboom.
Vanouds is het gewoonte dat ingeval van overlijden de verwanten van de overledene de noaste noaber op de hoogte stellen van het overlijden. De noaste noaber heeft dan tot taak om de overige noabers officieel op de hoogte te stellen van het overlijden. Tot de noaberplicht van de gezamenlijke noabers behoort vervolgens het verzorgen van rouwkaarten en dergelijke en het dragen van de kist. Ook was het gebruikelijk dat de noabers bij overlijden de luiken van het huis van de overledene half dicht deden. Wie van de noabers waar rouwkaarten moest bezorgen werd vaak bepaald aan de hand van het trekken van briefjes. In vroeger tijden kon dit bezorgen van rouwkaarten (met de fiets of te paard) een hele opgaaf zijn als bijvoorbeeld veraf woonachtige familieleden van het overlijden op de hoogte gebracht moesten worden. Het dragen van de kist gebeurt vaak nog steeds door de noabers. De overige verplichtingen bij overlijden zijn vervallen. Soms wordt nog wel een symbolisch bedrag van enkele euro's per noaber bijgedragen in de kosten van de uitvaart.
Trouwkaarten werden vroeger ook vaak door de noabers bezorgd. Noabers die de trouwkaarten langsbrachten hadden vaak een hoed op met een roos. Vaak ging het uitnodigen gepaard met een gedicht aan de genodigden. Al met al was het een vrolijke boel, vaak ook omdat de bezorgers wat alcoholische drank op hadden. Na een geboorte verleenden vrouwen onder de naobers vaak kraamhulp.
De gewoonte is, dat al wie men uitnodigt bij het betrekken van een nieuwe woning, dat wil zeggen, een ieder wiens huis men kan zien vanaf het eigen erf, noabers zijn, die men uit dient te nodigen als men eenmaal gesettled is en voor wie dus (van weerskanten) de noaberplicht geldt. Veelal is dit onuitgesproken. Maar het zal als een diepe belediging opgevat worden, als men tegen deze regel zondigt. Ook het verwaarlozen van de noaberplicht zelf wordt zeer ernstig opgevat.
De nieuwkomer in de buurt moest en moet de buren vragen om "noaber" te zijn. Het was en is dus niet vanzelfsprekend dat de feitelijke buren automatisch noabers zijn. De buren kunnen het noaberschap accepteren. Zij kunnen het ook weigeren, bijvoorbeeld omdat zij al veel noabers hebben. Het is ook mogelijk om iemand nog na jaren te vragen om noaber te worden. Noaberschap eindigde niet automatisch door vertrek. Noaberschap met de daaraan verbonden noaberplicht moest opgezegd worden. Wanneer hieraan niet werd voldaan bleef men noaber. Ook als men ver weg was verhuisd. Het spreekt vanzelf dat de noaberplichten in een dergelijk geval weinig praktische betekenis meer konden hebben. De grootte van de noaberschap was dus individueel bepaald en kon in de loop van de jaren ook wijzigen.
Door moderne ontwikkelingen zoals de afname van het aantal agrariërs, de toenemende bedrijfsmechanisatie, de mogelijkheid van bedrijfshulp, de mogelijkheid om zich tegen de kosten van een uitvaart te verzekeren enzovoort neemt de praktische betekenis van de noaberschap en van de noaberplicht af. De regels met betrekking tot de rechten en verplichtingen met betrekking tot de noaberschap raken daardoor in vergetelheid. Het opzeggen van de noaberschap zonder goede reden of het niet nakomen van noaberplichten, voor zover die nog bestaan, worden echter binnen de noaberschap nog steeds als een bijzonder ernstige zaak opgevat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten